Remote Setting

Start
Partners Consortium van 9 partners
Wat doet De Rijke Noordzee?

Oesters uitplaatsen op hard substraat

Het herstel van inheemse platte oesters is cruciaal voor een veerkrachtige en klimaatbestendige Noordzee. In het project Remote Setting wordt een techniek toegepast waarbij miljoenen oesterlarven eerst worden opgekweekt en daarna naar een locatie aan de kust worden gebracht. Op deze locatie staan containers met stenen en ander hard substraat klaar, waarin de larven worden uitgezet. Binnen enkele dagen hechten de larven zich aan het harde materiaal en ontwikkelen ze zich tot jonge oesters. Vervolgens worden de stenen uit de containers gehaald en in zee geplaatst, waar de oesters nieuwe riffen vormen.

Het uitzetten van oesterbroed op substraat is een duurzame manier om nieuwe riffen te stimuleren. Omdat de oesters zich aan en op elkaar hechten laten ze het rif op natuurlijke wijze groeien. Om dit vestigingsproces extra te ondersteunen, onderzoeken we de invloed van rifgeluiden en kijken of platte oesters kunstmatige geluiden gebruiken om een geschikte plek te vinden. Als dat het geval blijkt, kunnen deze geluiden worden ingezet om de kans op succesvolle vestiging te vergroten.

De Samenwerking

Het Team

“Met deze methode hoeven we geen volwassen oesters uit de natuur te halen. We werken met larfjes die zich hechten aan stenen, waardoor we in korte tijd grote aantallen kunnen uitzetten. Dat maakt het transport veel eenvoudiger én biedt de kans om op grote schaal oesterriffen te herstellen.”

Pauline Kamermans, Wageningen University & Research

Partners op deze locatie

Dit project is een unieke samenwerking van negen partners, die elk hun expertise inbrengen: Wageningen Marine Research, Wageningen Universiteit, ARK Rewilding Nederland, Stichting  Zeeschelp, Waardenburg Ecology, Van Oord’s initiatief Ocean Health, TenneT, Havenbedrijf Rotterdam en De Rijke Noordzee. Drie jaar lang werkt dit consortium van bedrijven, kennisinstellingen en natuurorganisaties samen om de remote setting-methode verder te ontwikkelen.

Het onderzoek

Het onderzoek richt zich op de ontwikkeling en validatie van een nieuwe remote setting techniek. Een techniek die, wanneer succesvol, opschaalbaar is langs de gehele Nederlandse kust. In 2025 zijn de eerste larven uit de kwekerijen naar een locaties gebracht, waar ze in speciaal ontworpen containers werden vrijgelaten. De containers waren gevuld met zeewater en een voor de Noordzee typische soort stenen. Al binnen een paar dagen hechten de larven zich hieraan vast.

In september 2025 volgde een tweede stap: het uitzetten van het substraat met de jonge oesters in de haven van Rotterdam. Deze relatief beschutte omgeving zonder sterke invloeden door de schipvaart maakt het mogelijk om het uitplaatsen en later weer verplaatsen van het substraat goed te kunnen studeren.

Onze rol

“Wat dit project bijzonder maakt, is de samenwerking met zoveel verschillende organisaties. Elke partij brengt daarbij zijn eigen specifieke kennis in. De grote industrie bijvoorbeeld speelt een cruciale rol om het project op grote schaal te laten werken. Tegelijkertijd hebben we de wetenschap en andere kennispartners nodig om nieuwe inzichten te bundelen en om te zetten in kansrijke projecten.”

Vera Bánki De Rijke Noordzee
Vera Bánki
Programmadirecteur

De Rijke Noordzee brengt de opgebouwde kennis en inzichten actief in. Vanuit onze rol als verbinder delen we de projectresultaten met onze partners en verzamelen we alle ervaringen in de de Toolbox. Zo maken we de geleerde lessen toegankelijk en toepasbaar voor een breder publiek.

Over de locatie

Het substraat waarop de oesterlarven zich nu hebben vastgehecht, is in de Princess Alexiahaven geplaatst. Vanwege bouwwerkzaamheden aan het Princess Alexia Viaduct zijn delen van de Alexiahaven afgesloten, waardoor de oesters ongestoord op het mariene substraat kunnen groeien. Over een jaar, wanneer de werkzaamheden zijn voltooid, wordt het substraat in de haven naar een andere locatie verplaatst.

Bezoek de Toolbox

Resultaten

De eerste resultaten van de verplaatsingstechniek zijn veelbelovend. De larven hebben zich goed aan het substraat in de containers vastgehecht en de uitplaatsing is succesvol verlopen. De techniek, die oorspronkelijk voor de Amerikaanse oester (Crassostrea virginica) werd ontwikkeld, blijkt ook toepasbaar te zijn voor de Europese oester. Het komende jaar zullen we monitoren hoe de oesters zich ontwikkelen en of ze goed blijven groeien in de haven.

Bekijk meer resultaten